Acute Diarree
Definities
Oorzaken Acute diarree
Infectieuze diarree
Pathofysiologie :
Infectieuze diarrhee : dunne darm
Infectieuze diarrhee : terminale ileum en colon
Parasieten die je (soms) in Nederland kan opdoen:
Beleid in de meeste gevallen :
Wel diagnostiek en eventueel behandeling :
Diagnostiek
Anamnese : “Looking for clues”
Lichamelijk onderzoek
Laboratorium :
Microbiologisch onderzoek :
Empirische antibiotische behandeling
Het is belangrijk om zich te realiseren dat empirische behandeling zelden noodzakelijk is en dat vaak alleen ondersteunende behandeling noodzakelijk is. Als een verwekker bekend geworden is, zal lang niet in alle gevallen behandeling nodzakelijk zin. De aard van de verwekker en het voortduren van de ziekteverschijnselen zijn de belangrijkste redenen om een eventuele behandeling in te stellen.
MAL 08/2014
Definities
- Acute diarree ≤ 14 dagen
- Persisterende diarree > 14 dagen maar minder dan 30 dagen
- Chronische diarree > 30 dagen
Oorzaken Acute diarree
- Infectieuze diarree (in verreweg de meeste gevallen)
- Ischemie, met name ischemische colitis
- (exacerbatie) IBD
- Bijwerking of toxisch effect medicijnen
Infectieuze diarree
Pathofysiologie :
- Enterotoxine productie
- Cytotoxine productie
- Reeds door bacteriën aangemaakte toxinen in besmet voedsel
- Entero-adherentie
- Mucosale invasie met ontsteking en ulceratie
- Penetratie van de mucosa en proliferatie in de submucosa
Infectieuze diarrhee : dunne darm
- Virussen
- Rotavirus
- Norovirus
- Enteric adenovirus
- Astrovirus
- Bacterieën
- Vibrio cholerae
- E. Coli
- ETEC (enterotoxinogene E.coli)
- DAEC (Diffuus Adherente E. Coli)
- EPEC (Enteropathogene E.coli)
- Listeria monocytogenes
- Parasieten
- Giardia lamblia
- Cryptosporidia
- Isospora belli
- Cyclospora cayatenensis
- Strongyloïdes
Infectieuze diarrhee : terminale ileum en colon
- Virussen :
- CMV en HSV
- Bacterieën :
- Campylobacter sp
- Salmonella sp
- Shigella sp
- STEC (E. Coli O157:H7) Shigella Toxine producerende E.Coli
- Yersinia
- C. difficile
- Noncholera vibrio
- Aeromonas hydrophilia
- Plesiomonas shigelloides
- Enteroinvasive E.coli
- Parasieten :
- Amoeben
Parasieten die je (soms) in Nederland kan opdoen:
- Protozoa
- Acanthamoeba spp oog; CZS; vrijlevend
- Blastocystis hominis* darm
- Chilomastix mesnili* darm
- Cryptosporidium parvum darm
- Cyclospora cayetanensis darm
- Dientamoeba fragilis darm
- Endolimax nana* darm
- Entamoeba hartmanni* darm
- Entamoeba histolytica/dispar darm, lever
- Entamoeba coli* darm
- Enteromonas hominis* darm
- Giardia lamblia darm
- Iodamoeba bütschlii* darm
- Isospora belli immuungest darm
- Microsporidium immuungest darm, weefsels
- Sarcocystis spp. Darm
- Helminthen
- Anisakis spp. darm, maag
- Ascaris lumbricoides darm, weefsels
- Echinococcus granulosus lever, longen, CZS,bot
- Enterobius vermicularis darm
- Fasciola hepatica galwegen, darm
- Hymenolepis nana darm
- (Toxocara sp, Ascaris sp.)
- Taenia saginata darm
- Trichinella spiralis weefsels
- Trichuris trichiura darm
Beleid in de meeste gevallen :
- Geen nadere diagnostiek
- Zorgen voor voldoende vocht & zout
- Licht verteerbaar dieet, BRAT (banana’s, rice, apple {geraspt}, toast + misschien ook wel ontvette bouillon) = allemaal non-evidence based.
- Soms ORS
Wel diagnostiek en eventueel behandeling :
- Indien (ernstig) ziek, vooral als patiënt heel klein of oud is en/of co-morbiditeit bestaat
- Bloed & Slijm
- Hypovolemie
- Hoge koorts (≥38.5°C
- In instelling/epidemisch en/of recente antibiotica
- Indien er sprake is van ernstige buikpijn
- Immuungecompromiteerde patiënt (in brede zin)
- Zwangere vrouwen, indien de diarrhee gepaard gaat met systemische verschijnselen (cave Listeria)
- Bij persisterende diarree
- Bij zeer ernstige diarree
Diagnostiek
Anamnese : “Looking for clues”
- Relatie met voeding uitdiepen! :
- Symptomen die binnen 4-6 uur na ingestie beginnen suggereren een reeds in het voedsel gevormd toxine : S. Aureus, of B. Cereus
- Symptomen die zo’n 8-16 uur na ingestie beginnen suggereren Clostridium perfringens
- Symptomen die 16 uur na ingestie beginnen suggereren een contaminatie met een virus of bacterie
- Antibiotica gebruik, woonsituatie, werk, andere factoren die aan de blootstelling aan het micro organisme kunnen hebben bijgedragen
- Mensen in omgeving ziek geworden zijn
- Tropenbezoek
- Primaire symptomen en begeleidende symptomen
Lichamelijk onderzoek
- Vitale parameters, volumestatus!
- Abdomen : peristaltiek, distentie, peritoneale prikkeling
Laboratorium :
- CRP, Hb, leuko's, diff, thrombo's
- ureum, kreat, Na, K, Calcium, albumine, chloor, capillaire bloedgassen
Microbiologisch onderzoek :
- Meestal primair Salmonella, Shigella, Campylobacter, en Yersina
- Op indicatie pathogene E. coli, Clostridium difficile toxine, Clostridium perfringens, Norovirus PCR
- Op indicatie Vibrio parahaemolyticus, parsitologisch onderzoek, Listeria en andere virussen dan het Norovirus
- Op indicatie CMV
Empirische antibiotische behandeling
Het is belangrijk om zich te realiseren dat empirische behandeling zelden noodzakelijk is en dat vaak alleen ondersteunende behandeling noodzakelijk is. Als een verwekker bekend geworden is, zal lang niet in alle gevallen behandeling nodzakelijk zin. De aard van de verwekker en het voortduren van de ziekteverschijnselen zijn de belangrijkste redenen om een eventuele behandeling in te stellen.
MAL 08/2014