Anafylactische reactie
Algemeen
Verschijnselen
Diagnostiek:
Behandeling ernstige allergische/anafylactische reactie
Algemene maatregelen
Revisie A. Kootte en S. Anten 10-2020
Algemeen
- Deze ontstaat door een acute reactie op een antigeen. Het mechanisme is een acute antigeen-antilichaamreactie met vrijkomen van grote hoeveelheden histamine, kininen, etc. Een anafylactoïde reactie berust niet op een antigeen-antilichaamreactie, maar is niet van echte anafylaxie te onderscheiden.
- De ernst van de reactie, en daardoor de prognose, hangen in grote mate af van het tijdstip tussen de provocatie en de acute reactie; dit bedraagt soms niet meer dan enkele tientallen seconden. Toch komen ook na enkele uren nog ernstige reacties voor, bijvoorbeeld glottisoedeem. De meeste dodelijk aflopende reacties beginnen binnen de 10 minuten.
Verschijnselen
- Acute bronchospasmen, met oedeem van de slijmvliezen van de luchtwegen.
- Gegeneraliseerde capillairdilatatie met veel vochtverlies uit de bloedbaan naar de weefsels, met als gevolgen erytheem en glottisoedeem.
- Acute verstoring van de vasomotorische regulatie met tachycardie hypotensie, en soms bewustzijnsverlies.
- Braken.
- Psychische onrust.
Diagnostiek:
- Bij twijfel of het een histamine gemedieerde reactie betreft (type 1), dan 'tryptase' afnemen. Heeft geen acute beleidsconsequenties, maar achteraf kan dit de diagnose type 1 reactie ondersteunen.
Behandeling ernstige allergische/anafylactische reactie
- Patiënt neerleggen met het hoofd opzij, als bij alle acute situaties. Ademwegen vrijhouden, O2 toedienen, intraveneus infuus aansluiten.
- Bij bedreigde ademweg/glottisoedeem (inspiratoire stridor) direct SIT team in consult en afhankelijk van ernst KNO-arts op de hoogte stellen. Vermelden dat het om een bedreigde ademweg gaat.
- Adrenaline:
- Adrenaline-injectievloeistof: 0,5 mg i.m. (laterale zijde bovenbeen), zo nodig na 10–15 min herhalen tot max. 1 mg. Deze dosis niet i.v. toedienen.
- of met de auto-injector: 0.3 mg i.m. (EpiPen) of 0.5 mg i.m. (autoinjector SEH Alrijne) per keer, eventueel elke 5–15 minuten herhalen tot max. 0.9 mg
- Bij verdenking bronchospasmen: salbutamol 5 mg vernevelen
- Steroiden:
- 200 mg hydrocortison iv of 8 mg dexamethason iv
- Anti-histaminica:
- clemastine (Tavegil®) 2 mg i.v. (voorkeur) of i.m.
- clemastine (Tavegil®) 2 mg i.v. (voorkeur) of i.m.
- Bij levensbedreigend angiooedeem tgv ACE-remmer of bij C1-esterasedeficiëntie:
- 1e keus (voorradig op de SEH): icatibant (Firazyr®) 30 mg (3 ml) subcutaan, langzaam toedienen, bij voorkeur in de buik. Bij onvoldoende effect of bij terugkeer van de symptomen na 6 uur herhalen
- 2e keus (niet standaard voorradig, gunstig effect treedt echter mogelijk eerder op dan bij icatibant): C1 esteraseremmer (Cynrize®) 1000 IE i.v.
Algemene maatregelen
- Alle overgevoeligheden aan patiënt mededelen en schriftelijk op de bekende kaart meegeven.
- Toediening van antisera goed vastleggen; een goede immuunstatus handhaven (tetanus).
- Bij desensibilisatie: steeds alles klaar hebben voor de therapie (adrenaline, hydrocortison voor iv-gebruik, O2, Mayotube).
- Injecties liefst geven terwijl er in de onmiddellijke nabijheid iemand is om extra hulp te verschaffen.
- Na een desensibilisatieinjectie de patiënt steeds ten minste15 minuten onder supervisie houden.
- Recept auto-injector adrenaline schrijven voor thuis gebruik (Epipen 0,5 mg/ml).
Revisie A. Kootte en S. Anten 10-2020