Peroperatieve behandeling van volwassenen met diabetes mellitus
Toepassingsgebied
Polikliniek pre-operatieve screening, dagbehandeling, verpleegafdeling, operatiekamer, verkoeverkamer.
Doelstelling
Deze procedure heeft als doel consistent instructie te geven aan medewerkers betrokken bij de behandeling van patiënten met diabetes mellitus gedurende de per-operatieve periode.
Hulpmiddelen
Hand-out “instructie voor patiënten met suikerziekte”, geschreven voor de patiënt. (zie formulier instructies voor patiënten met diabetes mellitus).
Werkwijze
Uitgangspunten:
Er kunnen op locatie Alphen aan den Rijn geen operaties bij insuline afhankelijke diabeten plaatsvinden.
uitzondering hierop zijn de oogheelkundige patiënten die onder lokale anesthesie geopereerd worden, want deze patiënten behoeven niet nuchter te zijn.
Bij patiënten met een continue subcutane insulinepomp:
Preoperatieve planning:
Dagbehandelingspatiënt:
Instructies preoperatief:
Instructies op de operatiekamer en verkoeverkamer:
Instructies postoperatief:
Klinische patiënten & de nuchter opgenomen patiënt:
Instructies preoperatief:
Instructies op de operatiekamer en verkoeverkamer:
Instructies postoperatief:
Verantwoordelijkheden
Complicaties
Auteurs
N. Kelderman-Bolk, internist-endocrinoloog
M.K.E. Meijer, anesthesioloog-intensivist
12-2018
Toepassingsgebied
Polikliniek pre-operatieve screening, dagbehandeling, verpleegafdeling, operatiekamer, verkoeverkamer.
Doelstelling
Deze procedure heeft als doel consistent instructie te geven aan medewerkers betrokken bij de behandeling van patiënten met diabetes mellitus gedurende de per-operatieve periode.
Hulpmiddelen
Hand-out “instructie voor patiënten met suikerziekte”, geschreven voor de patiënt. (zie formulier instructies voor patiënten met diabetes mellitus).
Werkwijze
Uitgangspunten:
Er kunnen op locatie Alphen aan den Rijn geen operaties bij insuline afhankelijke diabeten plaatsvinden.
uitzondering hierop zijn de oogheelkundige patiënten die onder lokale anesthesie geopereerd worden, want deze patiënten behoeven niet nuchter te zijn.
Bij patiënten met een continue subcutane insulinepomp:
- Indien de patient < 16 jaar dan altijd preoperatief de kinderarts in consult.
- Indien de patient = 16 jaar en ouder dan altijd preoperatief de internist in consult.
Preoperatieve planning:
- Op de dag van de operatie dient een glucose dagcurve bepaald te worden.
- Bij de patiënt die insuline gebruikt dient een glucose/insuline infuus gestart te worden.
- Klinische patiënten krijgen via de apotheek een instructie mee over hoe de diabetesmedicatie rondom de operatie moet worden aangepast.
- Patiënten in dagbehandeling krijgen een medicatie instructie mee via de poli anesthesie.
- Bij patiënten opgenomen op de verpleegafdeling zal door de hoofdbehandelaar het protocol ‘Diabetes regulatie in het ziekenhuis’ gevolgd worden.
Dagbehandelingspatiënt:
Instructies preoperatief:
- Er bestaat geen evidence om op de POS (Preoperatieve screening) een HbA1c of glucose te prikken bij diabetes patienten.
- De bloedglucose spiegel wordt bij opname geprikt bij alle diabetische patiënten als beginwaarde van een glucose dagcurve.
- Wanneer de bloedsuiker waarde beneden de 5 óf boven de 20 is, moet contact opgenomen worden met de anesthesioloog.
- De patiënt volgt de nuchter instructies zoals aangegeven op het formulier 'instructie voor patiënten met suikerziekte' wat is meegegeven door de poli anesthesie.
- De avond voor de operatie moet de dosering insuline (zoals Lantus, Levemir, Tresiba, Insulatard, Novomix, Mixtard) gewoon worden ingenomen.
- De patiënt mag in de ochtend geen bloedsuikerverlagende medicatie gebruiken.
- Indien de verwachting is dat de patiënt na 12:00 uur geopereerd wordt dient een glucose/ insuline infuus gegeven te worden volgens onderstaand schema:
- Indien in de thuissituatie minder dan 15 EH óf meer dan 60 EH insuline per dag wordt gebruikt, dan moet contact opgenomen worden met de internist.
- Indien in de thuissituatie minder dan 30 EH insuline per dag gebruikt wordt, wordt gestart met een infuus van 500 ml glucose 5% + 8 EH insuline per 8 uur.
- Indien in de thuissituatie meer dan 30 EH insuline per dag gebruikt wordt, wordt gestart met een infuus van 500 ml glucose 5% + 12 EH insuline per 8 uur.
- Insuline afhankelijke diabetes patiënten worden zoveel mogelijk als eerste op het OK programma gepland.
- Bij alle patiënten met een continue subcutane insuline pomp en een glucosespiegel lager dan 5 mmol/l of hoger dan 15 mmol/l moet met de internist overlegd worden.
- Afhankelijk van de glucose dagcurve wordt de insulinedosering bijgesteld volgens het protocol ‘Diabetes regulatie in het ziekenhuis’.
Instructies op de operatiekamer en verkoeverkamer:
- Glucose insuline infuus voortzetten, met het doseringschema vanaf de afdeling.
- Glucose concentratie bepalen op indicatie tijdens de operatie en direct postoperatief op de verkoeverkamer.
- Vlak voor ontslag van de verkoeverkamer naar de afdeling moet het serumglucose bepaald worden.
Instructies postoperatief:
- Dagbehandelingspatiënten hervatten hun normale dieet en medicatieschema zodra zij zelf in staat zijn te eten en te drinken, en niet misselijk zijn.
- Twee uur nadat de dagbehandelings patiënt gegeten heeft kan het infuus verwijderd worden.
- De patiënt wordt niet eerder ontslagen dan tenminste twee uur nadat de eigen medicatie hervat is en de bloedsuikerspiegel bepaald is.
- Tot aan het ontslag vanaf de verkoeverkamer geldt bovenstaand protocol dagbehandelings patiënt.
Klinische patiënten & de nuchter opgenomen patiënt:
Instructies preoperatief:
- Bij alle reeds opgenomen patiënten zal het protocol ‘diabetes regulatie in het ziekenhuis’ gevolgd worden.
- Op de dag van de operatie zal een glucose dagcurve worden bepaald.
- Op de dag van de operatie zal bovenstaand schema ‘dagbehandelings patiënt’ gevolgd worden.
Instructies op de operatiekamer en verkoeverkamer:
- Bij patiënten met een glucose- insuline infuus wordt deze voortgezet.
- Glucose spiegels worden tijdens de operatie op indicatie bepaald en direct postoperatief op de verkoeverkamer.
Instructies postoperatief:
- Na ontslag naar de afdeling wordt het protocol ‘diabetes regulatie in het ziekenhuis’ weer gevolgd.
- Na aankomst op de afdeling wordt het beleid weer overgenomen door de hoofdbehandelaar.
Verantwoordelijkheden
- Polikliniek assistenten van de polikliniek anesthesie geven de patiënt de juiste informatie;
- De apotheek geeft de patiënt de juiste instructies rondom medicatie aanpassingen;
- De verpleegkundigen van de afdeling waar de patiënt is opgenomen moeten de medicatie correct toedienen
- De verpleegkundigen van de operatiekamer en verkoeverkamer zetten de behandeling voort;
- De anesthesioloog is op het operatiekamer complex en bij patiënten in dagbehandeling verantwoordelijk voor uitvoering van het beleid beschreven in deze procedure.
- De hoofdbehandelaar is bij klinische patiënten verantwoordelijk voor uitvoering van het beleid beschreven in deze procedure.
Complicaties
- De polikliniekassistent geeft de hand-out niet mee aan de diabetes patiënt, zodat de patiënt onkundig blijft over het gebruik van bloedsuiker verlagende middelen.
- Op de afdeling wordt de internist niet in consult gevraagd.
Auteurs
N. Kelderman-Bolk, internist-endocrinoloog
M.K.E. Meijer, anesthesioloog-intensivist
12-2018