Samenvatting beleid t.a.v. preventie contrastnefropathie
De eGFR (bepaald volgens de CKD-EPI formule) moet > 30 ml zijn en is geldig:
Verhoogd risico op contrast nefropathie bestaat bij een eGFR van < 30 ml/min/1,73m2:
Zie voor informatie over nefrotoxische medicatie, metformine, diuretica het volledige protocol op iDocs.
Bij patiënten met een eGFR van < 30 ml/min/1,73m2 die intravasculair jodiumhoudend contrast toegediend krijgen kan één van de opties worden toegepast:
Zie voor uitwerking: Protocol preventie contrastnefropathie (RAD.CON.2.P versie 9) op iDocs.
Dr. A.M. Schrander-vd Meer, internist-nefroloog, 12-2019
De eGFR (bepaald volgens de CKD-EPI formule) moet > 30 ml zijn en is geldig:
- maximaal 7 dagen bij een acuut zieke patiënt, inclusief klinische patiënten; of bij een patiënt met een verergering van een chronische ziekte.
- maximaal 3 maanden bij een eGFR < 45 ml/min/1,73m2.
- de overige patiënten: bepaling eGFR mag maximaal 12 maanden oud zijn.
Verhoogd risico op contrast nefropathie bestaat bij een eGFR van < 30 ml/min/1,73m2:
- Consulteer een internist-nefroloog voor patiënten met een eGFR van < 30 ml/min/1,73m2.
- Aandacht moet besteed worden aan de medicatie en aan de hydratietoestand.
Zie voor informatie over nefrotoxische medicatie, metformine, diuretica het volledige protocol op iDocs.
Bij patiënten met een eGFR van < 30 ml/min/1,73m2 die intravasculair jodiumhoudend contrast toegediend krijgen kan één van de opties worden toegepast:
- Prehydratie met NaHCO3 1,4 % 3 ml/kg/uur gedurende 1 uur.
òf: - Prehydreren met NaHCO3 1,4 % 3 ml/kg/uur (of 250 ml in totaal) gedurende 1 uur vooraf en posthydreren met NaHCO3 1,4 % 1 ml/kg/uur (of 500 ml in totaal) gedurende 6 uur na de contrast-toediening.
Zie voor uitwerking: Protocol preventie contrastnefropathie (RAD.CON.2.P versie 9) op iDocs.
Dr. A.M. Schrander-vd Meer, internist-nefroloog, 12-2019